Mag ik even?
Van allerlei kanten hoor ik de laatste tijd weer dat moeders zo moeilijk aan goede informatie over flesvoeding kunnen komen. En dat dat komt omdat de borstvoedingsmensen het niet goed vinden dat ouders voorlichting krijgen over kunstvoeding. En dat zorgverleners er geen scholing over mogen krijgen en dus niet weten wat te adviseren. Nu zou overgewicht bij flesgevoede babies zelfs komen door alle aandacht voor borstvoeding. Mag ik even iets rechtzetten dan?
Een beroepsvereniging van kraamverzorgenden wordt direct gesponsord door een grote kunstvoedingsfabrikant. Datzelfde geldt voor de beroepsvereniging van verpleegkundigen in de JGZ. Op het kraamcafé van afgelopen week stonden alle kunstvoedingsfabrikanten, zelfs de nieuwe, met grote stands en tassen vol ‘voorlichtingsmateriaal’.
Kunstvoedingsfabrikanten hebben enorme reclamebudgetten, onevenredig veel groter dan het beschikbare budget voor borstvoedingsvoorlichting. Zorgverleners krijgen de ene na de andere gratis scholing of betaalbaar congres van fabrikanten. Reclame maken mag niet, dat is waar. Maar daar hebben fabrikanten hun eigen budget voor en ze weten elke maas in de wet perfect te gebruiken.
Waarom dan toch elke keer weer dat vingertje naar de borstvoedingswereld?
Elke zorgverlener mag en moet goede informatie over kunstvoeding kunnen geven en mag daarin dus geschoold worden. Het Voedingscentrum en Stichting Opvoeden hebben gratis goede informatie over flesvoeding online.
Laten kunstvoedingsfabrikanten elkaar eens gaan beconcurreren en borstvoeding met rust laten. Dát zou pure winst wezen voor alle partijen.
Zo. Ik stap weer van mijn zeepkist. Rust in de tent. En morgen geef ik gewoon weer les over – jawel – fles/kunstvoeding geven onder andere. Aan kraamverzorgenden deze keer. Omdat dat mag en nodig is en belangrijk is.